Temmincks strandloper

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Temmincks strandloper    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• Tem·mincks strand·lo·per

Woordherkomst en -opbouw

• eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Temminck (Coenraad Jacob Temminck, natuuronderzoeker, ornitholoog, zoöloog, (1778-1858)) en  strandloper zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Temmincks strandloper	Temmincks strandlopers
verkleinwoord	Temmincks strandlopertje	Temmincks strandlopertjes

Zelfstandig naamwoord

de Temmincks strandloper m

1. (steltloperachtigen) Calidris temminckii  een vogel uit de familie van de strandlopers en snippen (Scolopacidae). De vogel werd in 1812 door de Duitse arts en dierkundige Johann Philipp Achilles Leisler geldig beschreven. Hij vernoemde de vogel naar zijn collega en vriend, de Nederlandse zoöloog Coenraad Jacob Temminck (1778-1858)

Hyperoniemen

• strandlopers en snippen, steltloperachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord Temmincks strandloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.