Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: trisser


 
1. Een TRIS'er op patrouille bij Matta   in 1947 neemt een slok water.
  • TRIS·er
  • afgeleid van  TRIS en  met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord TRIS'er TRIS'ers
verkleinwoord - -

de TRIS'erm

  1. (militair) (historisch) (Suriname) iemand die tussen 1868 en 1975 deel uitmaakte van de Troepenmacht in Suriname
     De linker zuil is ongeveer 2 meter hoog, heeft in bas-reliëf een TRIS’er die op wacht staat en één plaquette.[1]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Kastelein, Eric
    “Paramaribo, TRIS-monument 1945-1975” (2020) op 4en5mei.nl