TIA
Niet te verwarren met: tia, Tia |
- TIA
- van Engels TIA, geschreven met hoofdletters volgens spellingregel 17.C onder (b) (1); soms opgevat als (letterwoord) van tijdelijke ischemische aanval[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | TIA | TIA's |
verkleinwoord | - | - |
de TIA m
- (medisch) tijdelijk optredende verschijnselen van een beroerte door een korte onderbreking van de bloedtoevoer naar de hersenen
- tia (opgevat als een ingeburgerd Nederlands woord)
- Het woord TIA staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Brun, S."Voorlichting kan veel gevallen voorkomen. Beroerte moet uit schaduw van kanker en hartziekten" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 103 nr. 256 (30 oktober 1990); p. 13 kol. 5; geraadpleegd 2019-10-12
- ↑ Lier, F. vanWaar junks hurken achter de bosjes worden de honden stoned (2 mei 2019) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-10-12
- ↑ Meijer, S.Dwarsligger in de muziekindustrie (2 maart 2018) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-10-12
enkelvoud | meervoud |
---|---|
TIA | TIAs |
TIA
TIA