Stejnegers stormvogel
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Stej·ne·gers storm·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Stejneger (Leonhard Hess Stejneger, bioloog, ornitholoog, (1851-1943)) en stormvogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Stejnegers stormvogel | Stejnegers stormvogels |
verkleinwoord | Stejnegers stormvogeltje | Stejnegers stormvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de Stejnegers stormvogel m
- (buissnaveligen) Pterodroma longirostris een vogel uit de familie van de stormvogels en pijlstormvogels (Procellariidae). De vogel werd in 1893 door de Noors/Amerikaanse vogelkundige Leonhard Hess Stejneger geldig beschreven. Het is een kwetsbare, endemische vogelsoort die broedt op een eiland van de juanfernandezarchipel in de Zuidelijke Grote Oceaan en buiten de broedtijd in open zee foerageert in het oostelijk deel van de Grote Oceaan
Hyperoniemen
- stormvogels en pijlstormvogels, buissnaveligen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'Stejnegers stormvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.