opbouwwerker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·bouw·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opbouw ww en werker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opbouwwerker | opbouwwerkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de opbouwwerker m
- (beroep) iemand die maatschappelijk werk verricht, dat beoogt de sociale omgeving van de mens te verbeteren
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord opbouwwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.