andragoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·dra·goog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | andragoog | andragogen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de andragoog m
- (beroep) iemand die gespecialiseerd is in de opvoeding en vorming van volwassenen
- Het tekent de verschillende strategieën waarmee mannen en vrouwen een verbroken relatie verwerken. Kort samengevat: vrouwen willen praten, mannen willen chatten. „Mannen zijn geneigd rechtstreeks een oplossing voor het probleem te zoeken”, zegt de Utrechtse andragoog en relatietherapeut Ton van Elst. „Bijvoorbeeld door naar een datingsite te gaan en nieuwe mogelijkheden te bekijken.”[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord andragoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "andragoog" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ NRC 13 september 2011
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be