demoniem
inwoner Sileziër
vrouwelijke inwoner Silezische
bijvoeglijk Silezisch
  • Si·le·zië
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Silezië Sileziës -
verkleinwoord - - -

Silezië o

  1. (geschiedenis) een historische regio in Midden-Europa die zich uitstrekt aan weerszijden van de midden- en bovenloop van de Oder
    • Silezië wordt vaak onderverdeeld in het vlakke Neder-Silezië en het bergachtige Opper-Silezië. 
  2. (toponiem) een woiwodschap in het zuiden van Polen, gelegen aan de Tsjechische en Slowaakse grens
    • Katowice is de hoofdstad van Silezië. 
  3. een provincie van Pruisen die bestond van 1815 tot 1919 en van 1938 tot 1941
    • De Pruisische provincie Silezië ontstond na de verovering van Silezië door Frederik II tijdens de Silezische Oorlogen. 
  4. een middeleeuws hertogdom in het huidige Polen
    • In 1833 werd het hertogdom Silezië bij testament toegewezen aan Wladislaus II de Balling.