Siberisch
- Si·be·risch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Siberisch | Siberischer | |
verbogen | Siberische | Siberischere | |
partitief | Siberisch | Siberischers | - |
Siberisch
- (demoniem) op Siberië betrekking hebbend, uit, van Siberië
Demoniemen bij Siberië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Siberiër • inwoonster: Siberische • bijvoeglijk: Siberisch |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Siberisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.