Schneider
- Schnei·der
- Naamwoord van handeling van het Pennsylvania-Duitse werkwoord schneide met het achtervoegsel -er
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Schneider | der Schneider | Schneider | die Schneider |
datief | me Schneider | em Schneider | Schneider | de Schneider |
accusatief | en Schneider | der Schneider | Schneider | die Schneider |
Schneider, m
- (beroep), (kleding) kleermaker (mannelijke vorm)
- schneidere
- Schneidern (vrouwelijke vorm)