ISO 639-3
nia
bestand
  • Ni·as·sisch
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Niassisch - -
verkleinwoord - - -

het Niassischo

  1. geen meervoud (taal) taal die op het gelijknamige eiland in Indonesië gesproken wordt
    • Het Niassisch wordt nog veel gesproken. 
     Varianten bij de vleet vinden wij eveneens bij Alfons de Cock, "Volkssage, volksgeloof en volksgebruik" (…) en in het eerste deel van Dr. Jan de Vries' "Volksverhalen uit Oost-Indië" (…) - een waardevolle bron voor ons, vermits De Vries, als varianten bij het verhaal ‘De berg en het stekelvarken’, twee Oost-Indische verhalen vermeldt, een in het Soendanees en een in het Niassisch, die overeenstemmen met het Japanse sprookje van de steenhouwer.[1]
  1.   Weblink bron
    Marcel Janssens
    De oorspronkelijkheid van Multatuli's ‘Japanse Steenhouwer’, De Sikkel, Antwerpen / Martinus Nijhoff, Den Haag in: Spiegel der Letteren., jrg. 9 nr. 2 (1965), p. 111/112