Nederlands

 
1. De Nederlanden rond 1350.
Uitspraak
Woordafbreking
  • Ne·der·lan·den
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

de Nederlandenmv

  1. alleen meervoud (toponiem) benaming voor het gebied in Noordwest-Europa waar de Schelde, Maas en Rijn in zee uitmonden, grofweg samenvallend met het gebied van de huidige Benelux
    • Zo hield de Nederlandse cultuurhistoricus Johan Huizinga er een andere visie op na. In zijn befaamde boek Herfsttij der middeleeuwen (1919) beschrijft hij de cultuur van Frankrijk en de Nederlanden in de 14de en 15de eeuw. [3]
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord Nederland
    • Zijn er misschien twee Nederlanden, die weliswaar dezelfde ruimte bezetten, maar waarvan de bewoners in zekere zin gescheiden levens leiden? [4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen