• Me·las·sich·kuche
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Melassichkuche der Melassichkuche Melassichkuche die Melassichkuche
datief me Melassichkuche em Melassichkuche Melassichkuche de Melassichkuche
accusatief en Melassichkuche der Melassichkuche Melassichkuche die Melassichkuche

Melassichkuche, m

  1. (kookkunst), (voeding) een cake gebakken van beslag vermengd met melasse