Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Gunscht
  • Kunscht
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Kuntscht die Kuntscht Kinschde die Kinschde
datief re Kuntscht der Kuntscht Kinschde de Kinschde
accusatief en Kuntscht die Kuntscht Kinschde die Kinschde

Kunscht, v

  1. (cultuur) kunst
    «Der Zammelaaf iss en arrig gude Gelegeheit viel iwwer unsre Schprooch, Kuldur, Kunscht, Gschicht, un Esse zu lanne un zu erlewe.»
    De bijeenkomst is een zeer goede gelegenheid om veel te leren en te beleven over onze taal, cultuur, kunst, geschiedenis en eten.
  • Des is ken Kunscht.
Dat is geen probleem.