• Kinschd·ler
  • Afleiding van het Pennsylvania-Duitse zelfstandige naamwoord Kunscht met klankwijziging (u → i en t → d) en met het achtervoegsel -ler
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Kinschdler der Kinschdler Kinschdler die Kinschdler
datief me Kinschdler em Kinschdler Kinschdler de Kinschdler
accusatief en Kinschdler der Kinschdler Kinschdler die Kinschdler

Kinschdler, m

  1. (kunst) kunstenaar