• Jom Ha·ki·poe·riem
enkelvoud meervoud
naamwoord Jom Hakipoeriem -
verkleinwoord

de Jom Hakipoeriemm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) dag van vasten en boetedoening op 10 tisjri
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) traktaat in de Talmoed Jeroesjalmi en de Talmoed Bavli, over de Grote Verzoendag