Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Hift·gno·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Hiftgnoche der Hiftgnoche Hiftgnoche die Hiftgnoche
datief me Hiftgnoche em Hiftgnoche Hiftgnoche de Hiftgnoche
accusatief en Hiftgnoche der Hiftgnoche Hiftgnoche die Hiftgnoche

Zelfstandig naamwoord

Hiftgnoche, m

  1. (anatomie) heupbeen
Opmerkingen