Heckenschütze

Eine alte Heckenschere
Een oude heggenschaar

Duits

Uitspraak

• Geluid:  Heckenschütze    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɛkən̩ˌʃʏʦə /

Woordafbreking

• He·cken·schüt·ze

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  Hecke zn "hinderlaag"  en  Schütze zn "schutter"  met het invoegsel -n- 

Naar frequentie	32131

	enkelvoud	meervoud
nominatief	der Heckenschütze	die Heckenschützen
genitief	des Heckenschützen	der Heckenschützen
datief	dem Heckenschützen	den Heckenschützen
accusatief	den Heckenschützen	die Heckenschützen

Zelfstandig naamwoord

Heckenschütze, m

1. sluipschutter (mannelijke vorm)

   «Der israelische Verteidigungsminister nennt ihn einen Helden, aber die israelische Armee verspricht, ihn zu bestrafen: ein Heckenschütze, der einen Palästinenser tötet und dann jubelt.»

   De Israëlische minister van Defensie noemt hem een held, maar het Israëlische leger belooft hem te straffen: een sluipschutter die een Palestijn doodschiet en daarna juicht.

2. (militair) sluipschutter (mannelijke vorm)

Schrijfwijzen

• [1-2]: Heckenschützin, v (vrouwelijke vorm)

Verwante begrippen

• Scharfschütze
• Sniper