Gaelic
- Gae·lic
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Gaelic | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
het Gaelic o
- geen meervoud (taal) Gaelisch
- verzamelterm voor de Keltische talen die afstammen van het Oudiers (Iers, Schots-Gaelisch, Manx en Shelta)
- in het bijzonder: Schots-Gaelisch, de Keltische taal die in het westen van Schotland wordt gesproken
- ▸ Deze ‘Pogue Mahone’ (‘kiss my arse’ in Gaelic) leek sprekend op de ‘The Dude’ uit de film ‘The Big Lebowski’ met zijn relaxte houding en opvallende charisma.[1]
- Gaelisch
- [1.1] Goidelisch
- [1] Iers, Manx, Schots-Gaelisch, Shelta
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Gaelic staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Gaelic
- van of met betrekking tot de Keltische bewoners van Ierland, Scholtland en het eiland Man
- van of met betrekking tot het Gaelisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Gaelic | - |
verkleinwoord |
Gaelic