Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • EU-bur·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord EU-burger EU-burgers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de EU-burgerm

  1. een persoon met de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie
     Onder aanvoering van de Nederlandse Europarlementariër Sophie in 't Veld van D66 riep het Europees Parlement vandaag op tot het verbieden van gouden paspoort-programma's. Bovendien wil het parlement dat alle Russen die op deze manier EU-burger zijn geworden opnieuw onder de loep genomen worden.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Europees Parlement wil eind aan 'gouden paspoorten' voor Russen” (WO 9 MAART 2022), NOS