Dominicaan
Niet te verwarren met: dominicaan |
- Geluid: Dominicaan (hulp, bestand)
- Do·mi·ni·caan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Dominicaan | Dominicanen |
verkleinwoord | Dominicaantje | Dominicaantjes |
de Dominicaan m
- (demoniem) een inwoner van Dominica, of iemand afkomstig uit Dominica
- (demoniem) een inwoner van Dominicaanse Republiek, of iemand afkomstig uit Dominicaanse Republiek
Demoniemen bij Dominica in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Dominicaan • inwoonster: Dominicaanse • bijvoeglijk: Dominicaans |
Demoniemen bij Dominicaanse Republiek in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Dominicaan • inwoonster: Dominicaanse • bijvoeglijk: Dominicaans |
1-2. inwoner van ...
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Dominicaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.