• Do·mi·ni·caan·se
enkelvoud meervoud
naamwoord Dominicaanse Dominicaansen
verkleinwoord

de Dominicaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Dominica, of een vrouw afkomstig uit Dominica
  2. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Dominicaanse Republiek, of een vrouw afkomstig uit Dominicaanse Republiek

Dominicaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Dominicaans