• Dis
  • D met het achtervoegsel -is
enkelvoud meervoud
naamwoord Dis -
verkleinwoord - -

de Disv / m

  1. (muziek), (afkorting) afkorting van “Dis-majeur
  • Men schrijft de naam van de toon “Dis” met een hoofdletter bij “grote terts” en “majeur”, een kleine letter bij: “kleine terts”, “mineur” en de naam van de toon "dis".

Dis

  1. (muziek) symbool van het “Dis-majeurakkoord”


  • Dis

Dis o

  1. (muziek), (afkorting): afkorting van “Dis-Dur” (Dis-majeur)
    «Eine Sonate in Dis
    Een sonate in Dis.
  • Men schrijft "Dis-Dur" met een hoofdletter, "dis-Moll" en de naam van de toon “dis” met een kleine letter