Deckelglaas

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈdɛkəlɡlaːs /

Woordafbreking

• De·ckel·glaas

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  Deckel zn "deksel"  en  Glaas zn "glas" 

	enkelvoud (onbepaald)	enkelvoud (bepaald)	meervoud (onbepaald)	meervoud (bepaald)
nominatief	en Deckelglaas	es Deckelglaas	Deckelglesser	die Deckelglesser
datief	me Deckelglaas	em Deckelglaas	Deckelglesser	de Deckelglesser
accusatief	en Deckelglaas	es Deckelglaas	Deckelglesser	die Deckelglesser

Zelfstandig naamwoord

Deckelglaas, o

1. een glas met deksel

• 
  En Deckelglaas
  Een glas met deksel

Opmerkingen

• Duits: Deckelglas, o
• Engels: glass met lid