• Co·ro·na·-·Hoch·burg
Naar frequentie zeldzaam
enkelvoud meervoud
nominatief die Corona-Hochburg die Corona-Hochburgen
genitief der Corona-Hochburg der Corona-Hochburgen
datief der Corona-Hochburg den Corona-Hochburgen
accusatief die Corona-Hochburg die Corona-Hochburgen

Corona-Hochburg, v

  1. (medisch), (neologisme) het acute brandpunt of zwaartepunt van de verspreiding van de covid-19-pandemie, d.w.z. een locatie of regio met het hoogste aantal mensen besmet met het covid-19-virus
    «Oberfranken ist derzeit die Corona-Hochburg in Deutschland. [1]»
    Opper-Franken is momenteel het coronabrandpunt in Duitsland.
  • (doodenkel): Coronahochburg
  1. Oberfranken ist Corona-Hochburg
    Radio EINS, verslag van 22 juli 2022