Congolese bonte tok
- (IPA in voorbereiding)
- Con·go·le·se bon·te tok
- verbinding van Congolese, bonte en tok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Congolese bonte tok | Congolese bonte tokken |
verkleinwoord | Congolees bont tokje | Congolese bonte tokjes |
Congolese bonte tok
- (neushoornvogelachtigen) Lophoceros fasciatus een neushoornvogel die voorkomt in Afrika. De vogel werd in 1812 door de Britse natuuronderzoeker George Shaw geldig beschreven. De nauw verwante West-Afrikaanse bonte tok (L. semifasciatus) werd vroeger wel als ondersoort beschouwd omdat de beide soorten hybridiseren in Nigeria
- tokken, neushoornvogels, neushoornvogelachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'Congolese bonte tok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.