Canarisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ca·na·risch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Canarisch | Canarischer | |
verbogen | Canarische | Canarischere | |
partitief | Canarisch | Canarischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Canarisch
- (demoniem) van of met betrekking tot de Canarische Eilanden
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Canarische Eilanden in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Canariër • inwoonster: Canarische • bijvoeglijk: Canarisch |
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord Canarisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.