Bruijns boskalkoen
- (IPA in voorbereiding)
- Bruijns bos·kal·koen
- verbinding van Bruijns en boskalkoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Bruijns boskalkoen | Bruijns boskalkoenen |
verkleinwoord | Bruijns boskalkoentje | Bruijns boskalkoentjes |
de Bruijns boskalkoen m
- (hoendervogels) Aepypodius bruijnii een boskalkoen uit de familie van de grootpoothoenders. De vogel is in 1880 door Émile Oustalet geldig beschreven en vernoemd naar de Nederlandse natuuronderzoeker en handelaar in zoölogische specimens Antonie Augustus Bruijn. De vogel is een bedreigde, endemische vogelsoort in de bergwouden van het eiland Waigeo van West-Papoea (Indonesië)
- Het woord 'Bruijns boskalkoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.