Braziliaanse cavia
- (IPA in voorbereiding)
- Bra·zi·li·aan·se ca·via
- verbinding van Braziliaanse en cavia
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Braziliaanse cavia | Braziliaanse cavia's |
verkleinwoord | Braziliaans caviaatje | Braziliaanse caviaatjes |
- (knaagdieren) Cavia aperea knaagdier in Zuid-Amerika gekruist om de bekende huiscavia te fokken
- Het woord 'Braziliaanse cavia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.