Antarctische stormvogel

Nederlands

 
Antarctische stormvogel, bovenaanzicht
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • An·tarc·ti·sche storm·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Antarctische stormvogel Antarctische stormvogels
verkleinwoord Antarctisch stormvogeltje Antarctische stormvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de Antarctische stormvogelm

  1. (buissnaveligen) Thalassoica antarctica   een vogel uit de familie van de stormvogels en pijlstormvogels (Procellariidae). Het is een zeevogel van het zuidpoolgebied die broedt op sneeuwvrije rotsen van het vasteland van Antarctica
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie