[B] Het logo van de vroegere ABN.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ABN
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

[A] ABN o

  1. (verouderd) aanduiding voor Nederlands dat algemeen als correct taalgebruik wordt ervaren
    • Zij spreekt ABN. 
Synoniemen

Eigennaam

[B] ABN v / m

  1. (financieel) (historisch) groot bankbedrijf in Nederland van 1964 tot 1991
    • De ABN is gefuseerd met de AMRO Bank tot ABN AMRO. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie