-paat
Huidig bestand |
---|
6 |
- van het Griekse 'pathos' (lijden, aandoening, pijn) [1]
- (psychologie) (medisch) lijder aan iets
- (medisch) iemand met gevoel voor iets en die mogelijk bij lijden kan helpen
- Het woord '-paat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.