• бо·да

бода imperfectief

  1. een prik of steek toedienen, met een dun voorwerp doorboren: prikken
  2. nadrukkelijk aanzetten tot een bepaalde actie: overgankelijk prikkelen, aansporen
  • Latijnse transcriptie: bodá

бода 

  1. bepaalde voorwerpsvorm enkelvoud van бод (bod)
  1. telbare vorm meervoud van бод (bod)
  • Latijnse transcriptie: bodá