• ал·бан·с·ки
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig
naamwoord албански албанска албанско албански
bepaalde vorm
(object)
албанския албанската албанското албанските
bepaalde vorm
(subject)
албанският
  1. taal die vooral in Albanië gesproken wordt: (taal) Albanees
    «Аз поназнайвам малко албански
    Ik kan wel een beetje Albanees spreken.
  2. onbepaalde vorm meervoud van албански (albanski)
  • Latijnse transcriptie: albanski


Bijvoeglijk naamwoord: /ǎlbaːnski/
Bijwoord: /ǎlbaːnski/
  • ал·бан·ски
  1. taal die vooral in Albanië gesproken wordt: (taal) Albanees
  1. als een Albanees
  • Latijnse transcriptie: àlbānski