Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·kom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemkom zwemkommen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zwemkom v/m [1]

  1. vijver die geschikt is om in te zwemmen
     Wie graag eens tussen salamanders of andere waterfauna of -flora zwemt, kan terecht in de ecologische zwemvijver van het Boekenbergpark. Deze Antwerpse zwemkom is eigenlijk een omgebouwd zwembad: het chloor werd vervangen door planten, waardoor het water op een natuurvriendelijke manier zuiver blijft.[2]
     Wat ruim twee jaar geleden begon als een idee van Onkruid vzw dat meteen bijval kreeg van schepen Ridouani, lijkt nu echt concreet te worden. Na een eerste principiële goedkeuring van Waterwegen en Zeekanaal – de beheerder van de Vaartkom – en de uitwerking van een concept, is de voorbije maanden onderzocht of een zwemkom aan het Victor Broosplein, voor Opek, een haalbare kaart was. ‘En dat blijkt zo te zijn’, zegt Ridouani. ‘Het water in de Vaart zelf is niet proper genoeg om in te zwemmen. Maar met een kuip met zwemwater, is het wél haalbaar.’[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    tbo
    “Waar kan u (gratis) buiten zwemmen?” (26/07/2013), De Standaard
  3.   Weblink bron
    Hannelore Smitz
    “Leuven-Bad komt dichterbij” (27/07/2018), De Standaard