Nederlands

 
[1] zaadcel met zweepstaart
Uitspraak
Woordafbreking
  • zweep·staart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zweepstaart zweepstaarten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zweepstaart m [1]

  1. (biologie) staart waarmee eencellige organismen, bacteriën en spermacellen zich kunnen voortbewegen
     De onderzoekers kweekten stamcellen op tot kunstmatige spermacellen zonder zweepstaart, schrijven ze in het wetenschappelijke tijdschrift Cell Stem Cell. Ze injecteerden de cellen in een eicel. Met gezonde muizenkinderen als gevolg.[2]
     Die staartjes werken normaal gesproken op zuurstof, maar door een gen aan te passen bij de bacterie, kan die zweepstaart ook op licht werken. De E. coli-bacterie kan zichzelf heel snel voortbewegen. Binnen een seconde kunnen ze een afstand van tien keer hun lengte afleggen.[3]
  2. stok van een zweep
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Geen zaad, toch een kind?” (26 feb. 2016), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “Poepbacteriën vormen de Mona Lisa (leuk, maar kan ook best nuttig zijn)” (17-08-2018), NOS