• zweef·brug
enkelvoud meervoud
naamwoord zweefbrug zweefbruggen
verkleinwoord zweefbruggetje zweefbruggetjes

de zweefbrugv / m

  1. (verkeer) een bewegende brug, waarbij een deel van het wegdek in horizontale richting heen en weer beweegt.
    • De eerste zweefbrug werd gebouwd in 1893. 
97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be