zwartsprietboswitje

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zwart·spriet·bos·wit·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord zwartsprietboswitje zwartsprietboswitjes

Zelfstandig naamwoord

het zwartsprietboswitjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Leptidea duponcheli   een vlindersoort uit de familie van de Pieridae   (witjes), onderfamilie Dismorphiinae  . In Europa komt het zwartsprietboswitje voor op de Balkan en in het zuidoosten van Frankrijk
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie