zwartkopdonacobius

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zwart·kop·do·na·co·bius
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwartkopdonacobius zwartkopdonacobiussen
verkleinwoord zwartkopdonacobiusje zwartkopdonacobiusjes

Zelfstandig naamwoord

zwartkopdonacobius

  1. (zangvogels) Donacobius atricapilla   een tamelijk grote zangvogel uit de familie Donacobiidae  . Deze vogel heeft een zwarte kruin, donkerbruine rug en staart alsmede een oranjegele borst en buik, oranje ogen. De vogel wordt circa 23 centimeter groot
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie