zuiveraar
- zui·ve·raar
- Naamwoord van handeling van zuiveren met het achtervoegsel -aar[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuiveraar | zuiveraars |
verkleinwoord |
de zuiveraar m
- iemand die iets schoonmaakt
- (figuurlijk) iemand die iets ongemengd wil houden
- Maar daarmee veranderen ook Europese samenlevingen. Deze moeten groepen mensen absorberen met, naar onze maatstaven, achterhaalde denkbeelden verankerd in archaïsche culturele en religieuze tradities. Het is voor de zuiveraars in Syrië een welkom bijeffect. [2]
- De Britse Iron Lady, ex-premier Margareth Thatcher, zal niet blij zijn met de vergelijking want Plavsic stapte letterlijk over lijken om een beruchte crimineel en etnisch zuiveraar (Arkan) te omhelzen. [3]
- In een opiniebijdrage worden de Vlamingen vergeleken met de Albanezen van Kosovo en de Serviërs van vijftien jaar geleden, etnisch-linguïstische zuiveraars. [4]
- [2] purist
- Het woord zuiveraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuiveraar" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf LEON DE WINTER 24 apr. 2018 Islam houdt eigen problemen in stand
- ↑ Reformatorisch Dagblad 28-02-2003 IJzeren Dame van het Servisch nationalisme
- ↑ De Standaard 23/06/2008 De Wever klaagt Le Soir aan voor racisme
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be