zuidwestelijk
- zuid·wes·te·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zuidwestelijk | zuidwestelijker | zuidwestelijkst |
verbogen | zuidwestelijke | zuidwestelijkere | zuidwestelijkste |
partitief | zuidwestelijks | zuidwestelijkers | - |
zuidwestelijk
- op het zuidwesten betrekking hebbend
- Er stond een zuidwestelijke wind.
1. op het zuidwesten betrekking hebbend
- Het woord zuidwestelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.