zuidelijke aardlemming

  • (IPA in voorbereiding)
  • zui·de·lij·ke aard·lem·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord zuidelijke aardlemming zuidelijke aardlemmingen
zuidelijke aardlemmings
verkleinwoord zuidelijk aardlemminkje zuidelijke aardlemminkjes

de zuidelijke aardlemmingm

  1. (knaagdieren) Ellobius fuscocapillus   knaagdier uit de familie van de Cricetidae. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Blyth in 1843