Nederlands

 
zonneallergie
Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·al·ler·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonneallergie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zonneallergiev

  1. (medisch) overgevoeligheid van de huid voor zonlicht
     Zomerhitte en dus topdrukte bij het Kinderallergie Behandelcentrum van het Deventer Ziekenhuis. Wekelijks melden zich tientallen jonge patiënten met zonne-allergie en pollenallergie bij kinderarts en allergoloog Monique Gorissen. ,,Het loopt de laatste twee weken een beetje storm.’’[1]
     Zonneallergie treedt op wanneer mensen aan het begin van de zomer of vers op hun vakantielocatie blootgesteld worden aan felle zon.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Caspar van Oirschot
    “Zonne- en pollenallergie: topdrukte allergologen Deventer ziekenhuis” (25-06-2019), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Emma van der Wateren
    “Effectieve thuisbehandeling tegen zonneallergie ontwikkeld” (23 mei 2011), Het Parool