zondagskind
- Geluid: zondagskind (hulp, bestand)
- zon·dags·kind
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zondagskind | zondagskinderen |
verkleinwoord | zondagskindje | zondagskindjes |
het zondagskind o
- iemand die voor het geluk geboren is, een gelukskind
- Het woord zondagskind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zondagskind" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ zondagskind op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be