Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zo·mers dof·lijf·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord zomers doflijfje zomerse doflijfjes

Zelfstandig naamwoord

het zomers doflijfjeo dim. tant.

  1. (tweevleugeligen) Melanogaster aerosa   een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae  ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1843 door Loew
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie