zevenhonderdenvier

Nederlands

0	7	0	4

zevenhonderdenvier,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  zevenhonderdenvier    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌzevə(n)ˌhɔndərtɛnˈvir / (6 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenhonderdenvier': /ˌzøvənˌhɔndərtɛnˈvir/

Woordafbreking

• ze·ven·hon·derd·en·vier

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  zevenhonderd ht,   en vw  en  vier ht 

Hoofdtelwoord

zevenhonderdenvier

1. "704", langere vorm van zevenhonderdvier, zevenhonderd plus vier
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft zevenhonderdenvier euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zevenhonderdenvier. 

Synoniemen

• zevenhonderdvier (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• zevenhonderdenvierde

hooftelwoord samengesteld met "zevenhonderdenvier" ht als linkerdeel

• zevenhonderdenvierduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'zevenhonderdenvier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.