zeven en een half

  • ze·ven en een half

zeven en een half

  1. 7½ (of 7,5); het getal halverwege tussen zeven en acht
    • Met dat klusje verdient hij zeven en een half euro per uur. 
    • Over alle vakken was haar gemiddelde score zeven en een half. 
Hij had voor zijn proefwerken een zeven-en-een-half en twee zessen.