• zet·boer
enkelvoud meervoud
naamwoord zetboer zetboeren
verkleinwoord zetboertje zetboertjes

de zetboerm

  1. (beroep) iemand die voor de eigenlijke eigenaar een boerderij beheert
    De zetboer voert beheer over het land, de behuizingen, de levende have (vee) en de goederen; hijzelf heeft geen eigendommen in het bedrijf.
    • Hij was als zetboer begonnen, maar heeft nu zijn eigen boerderij. 
44 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be