zesjarige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zes·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
zesjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van zesjarig
- Hij pakte zijn studie na een zesjarige onderbreking weer op.
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zesjarige | zesjarigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- levend wezen dat 6 jaar oud is of iets dat 6 jaar bestaat
- De zesjarige speelde graag tikkertje met zijn vriendjes.
Schrijfwijzen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zesjarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.