tikkertje
  • tik·ker·tje
  • [2] In de betekenis van ‘spel waarbij de deelnemers getikt moeten worden’ aangetroffen vanaf 1950 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tikkertje
verkleinwoord

het tikkertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tikker
  2. dim. tant. (spel) spel waarbij de deelnemers met de hand aangeraakt moeten worden
     Hierboven richten de onderzoekers van ESO de 22 watt-sterke laser richting Saturnus, maar het is niet de bedoeling om tikkertje te spelen met het apparaat. De laser gaat de wetenschappers helpen om nog scherpere foto's te maken van verre planeten en sterren. Dat kunnen ze al best goed met de VLT, een complex met ruimtetelescopen op een 2600 meter hoge bergketen in Chili.[2]
     Juist de plaatjes waarbij de spelers van Wales hun zegetocht met de kinderen vierden, gingen de wereld over. Zo vierde Gareth Bale de 1-0 overwinning op Noord-Ierland door tikkertje te spelen met zijn driejarige dochter.[3]
     In een video waarin Julia wordt voorgesteld, spelen de karakters Abby, Elmo en Pino tikkertje. Julia speelt een ander soort tikkertje, ze springt enthousiast op en neer en iedereen besluit mee te doen.[4]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. "tikkertje" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2.   Weblink bron “Enorme laser levert mooie plaatjes” (09-05-2015), NOS
  3.   Weblink bron “Enkele incidenten, maar veiligheid EK in grote lijnen op orde” (05-07-2016), NOS
  4.   Weblink bron “Autisme in Sesamstraat: Julia moet soms even pauze” (20-03-2017), NOS
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be