verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tikker
dim. tant.(spel) spel waarbij de deelnemers met de hand aangeraakt moeten worden
▸Hierboven richten de onderzoekers van ESO de 22 watt-sterke laser richting Saturnus, maar het is niet de bedoeling om tikkertje te spelen met het apparaat. De laser gaat de wetenschappers helpen om nog scherpere foto's te maken van verre planeten en sterren. Dat kunnen ze al best goed met de VLT, een complex met ruimtetelescopen op een 2600 meter hoge bergketen in Chili.[2]
▸Juist de plaatjes waarbij de spelers van Wales hun zegetocht met de kinderen vierden, gingen de wereld over. Zo vierde Gareth Bale de 1-0 overwinning op Noord-Ierland door tikkertje te spelen met zijn driejarige dochter.[3]
▸In een video waarin Julia wordt voorgesteld, spelen de karakters Abby, Elmo en Pino tikkertje. Julia speelt een ander soort tikkertje, ze springt enthousiast op en neer en iedereen besluit mee te doen.[4]