• 6-ja·ri·ge

6-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 6-jarig
    • Het 6-jarige contract loopt volgend jaar af. 
enkelvoud meervoud
naamwoord 6-jarige 6-jarigen
verkleinwoord

de 6-jarigev / m

  1. persoon die 6 jaar oud is of iets dat 6 jaar bestaat
    • De 6-jarige genoot van de vakantie aan zee.